Twee weken geleden stierf mijn zoon plots en onverwacht. Zijn hart stopte er gewoon mee.
Hij werd de volgende dag in zijn woning gevonden.
Hard voor zijn vader en voor mezelf: Wij waren in zijn appartement om te kijken of hij thuis was en wij hebben hem niet zien liggen, ineengedoken tussen een zetel en een tafeltje.
Zoals ik vroeger zijn wieg naaide, maakte ik nu zijn laatste rustplaats. Ik wou hem niet in een koude, gladde urn achterlaten.
De vogel is klaar om weg te vliegen, de vrijheid en de warme liefde tegemoet.
Hij zit op een boomstronk zonder wortels en te kort afgezaagd.
Onze tranen druppen omlaag.
Zo moeilijk om te geloven, hard om te aanvaarden, bijna onmogelijk om los te laten.